Groene- en blauwe diensten zijn bovenwettelijke, vrijwillige activiteiten die worden ondernomen door particuliere grondeigenaren en grondgebruikers. De diensten zijn gericht op realisatie van maatschappelijke wensen of doelen op het terrein van natuur, landschap, waterbeheer en recreatief medegebruik. Groene diensten richten zich op landschap, natuur en de toegankelijkheid van het landelijk gebied. Blauwe diensten leveren een bijdrage aan een gezond en robuust watersysteem en kunnen worden beschouwd als een instrument om ingrijpende wateropgaven mee te realiseren.
Klimatologische en maatschappelijke omstandigheden zorgen ervoor dat voortdurend aanpassingen in het beleid ten aanzien van water nodig zijn. Klimatologische ontwikkelingen zoals toenemende jaarlijkse neerslag en extremere buien leiden ertoe dat Nederland in de toekomst meer water te verwerken zal krijgen. In delen van Nederland versterkt bodemdaling de risico’s van wateroverlast en overstroming. Daarnaast leiden hogere temperaturen tot een tekort aan water en toenemende verdroging. Belangrijke uitdagingen voor de 21ste eeuw ten aanzien van water zijn het omgaan met potentiële wateroverschotten, het anticiperen op potentiële watertekorten en het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit vraagt om duurzaam waterbeheer waarbij water meer dan voorheen de mogelijkheden voor verschillende gebruiksvormen beïnvloedt. Blauwe diensten die grondgebruikers kunnen leveren zijn o.a. waterconservering, waterberging en verbetering van waterkwaliteit. Hoewel blauwediensten kansrijk lijken voor realiseren van de huidige en toekomstige wateropgaven, zijn de ervaringen in Nederland nog beperkt. Deze deltafact gaat in op de toepassing van blauwe diensten als instrument voor het realiseren van wateropgaven.
Blauwe diensten hebben primair betrekking op zoetwatervoorziening (verminderen van verdrogingseffecten), het verminderen van wateroverlast en waterkwaliteitsverbetering. Waterconservering in de bodem in perioden van neerslagoverschot (winter) en het bergen van overtollig water bij extreme neerslag kunnen hierbij gezien worden als blauwe diensten.
Het concept blauwe diensten is een operationalisering van ecosysteemdiensten. Ecosysteemdiensten (ESD) kunnen gedefinieerd worden als de diensten van ecosystemen voor het welzijn van de mens. Een ecosysteem wordt daarbij gezien als een verzameling planten, dieren en micro-organismen die met elkaar, en met hun abiotische omgeving interacteren. Voorbeelden van ecosysteemdiensten is bijvoorbeeld de waterzuiverende functie van een rietbed (opname nutriënten), het watervasthoudend vermogen van een bodem maar ook de belevingswaarde van natuur kan gezien worden als een ecosysteemdienst (Brils en van der Meulens, 2010). Aardige voorbeelden zijn uitgewerkt in de brochure “Wat de natuur de mens biedt – ESD in Nederland” (Planbureau voor de Leefomgeving, 2010).
Hét toonzettende document over ESD is de ‘Millennium Ecosystem Assessment’ (2005). Van 2001 tot 2005 heeft een groep van meer dan 1300 internationale experts, onder leiding van de Verenigde Naties (VN), gekeken naar de consequenties van het veranderen van ecosystemen voor het welzijn van de mens. De stelt dat ons welzijn afhankelijk is van ESD. In de MEA wordt een wetenschappelijke evaluatie gegeven van de toestand en de trends in de ecosystemen in de wereld en de diensten die ze leveren. Tevens is hiermee een wetenschappelijke basis gelegd om actie te ondernemen om ecosystemen te beschermen en ze duurzaam te gebruiken.
Figuur 1: Ecosysteemdiensten en hun relatie tot menselijk welzijn (Millennium Ecosystem Assessment, 2005)
Blauwe diensten kunnen worden gedefinieerd als ecosysteemdiensten of beheerrollen met een positief effect op het watersysteem en zij hebben een meerwaarde voor de maatschappij. De beheerrol van blauwe diensten ligt bij (groepen) van land- of tuinbouwers en wordt verleend op vrijwillige basis, alleen eventuele (private) inkomstderving of meerkosten komen in aanmerking voor (publieke) vergoeding of subsidie ( het principe “income forgone and cost incured”). De benadering gaat uit van nieuwe vormen van samenwerking tussen de waterbeheerders en de gebruikers van het landelijk gebied. Blauwe diensten zijn om meerdere redenen interessant. Ten eerste kunnen zij een middel zijn om beleidsdoelen op het gebied van waterbeheer te verwezenlijken. Ten tweede bieden zij de kans aan de landbouw om diensten te leveren die maatschappelijk waardevol zijn, wat kan bijdragen aan een beter imago van de landbouw. Ten derde bieden zij een mogelijkheid voor het meekoppelen van extra diensten, bijvoorbeeld in de vorm van biodiversiteit en landschap.
Blauwe diensten kunnen door boeren en tuinders op drie niveaus worden aangeboden: 1. Op het niveau van het individuele bedrijf, 2. door samenwerking van meerdere bedrijven en 3. door collectieve actie binnen een gebied. Door de diensten voor landschap, natuur, milieu en water zo volledig mogelijk te integreren heeft elke partij een groter voordeel. In een gebiedsgerichte en geïntegreerde aanpak zullen de aanbieders van groene- en blauwe diensten ook meer het belang van groene- en blauwe diensten zien en is de kans op succes groter.
Blauwe diensten hebben primair betrekking op verdrogingsbestrijding, de bestrijding van wateroverlast en waterkwaliteitsverbetering. Voorbeelden van blauwe diensten zijn:
Blauwe diensten gericht op waterkwaliteit hebben meer effect bij ruimtelijke samenhang en voldoende dekkingsgraad binnen een gebied.
Blauwe diensten bieden boeren perspectieven voor verbreding van de inkomstenbasis en vragende partijen waaronder waterbeheerders kansen om sneller en kosteneffectiever de doelstellingen (wateropgave) op gebiedsniveau te realiseren. Het rapport Visie op Balans beschrijft de kritische succesfactoren voor (groen)blauwe diensten. Om blauwe diensten in de praktijk succesvol te implementeren moet voldaan worden aan de volgende randvoorwaarden:
Veel kennis over het (economisch) waarderen van ecosysteemdiensten is nog in ontwikkeling (BPL 2014). Het principe van blauwe diensten lijkt in de meeste gevallen kosteneffectief omdat de landbouwactiviteiten onder normale omstandigheden gewoon door kunnen gaan. In gevallen van droogte of wateroverlast wordt er een extra maatschappelijke dienst verleend in de vorm van waterconservering of waterberging. Hiervoor hoeft geen grondaankoop te worden verricht en wordt minder schade uitgekeerd dan in situaties waarbij geen regeling bestaat voor blauwe diensten.
De huidige (2015) update van de Catalogus Groenblauwe Diensten bevat meer blauwe diensten dan voorheen. Regelingen die op de Catalogus Groenblauwe diensten worden gebaseerd, hoeven niet apart door de Europese Commissie getoetst te worden op staatssteun. Een volgende update van de catalogus wordt medio 2018 verwacht. Deze volgende vergoedingsgrondslagen voor langjarige dienstverlening (verbintenissen van 5-7 jaar) kunnen worden onderscheiden:
Deze vergoedingssystematiek voor groenblauwe diensten is gebaseerd op de beginselen van het plattelandsontwikkelingsbeleid en relevante wetgeving op Europees en (inter)nationaal niveau. Vergoedingen voor diensten dienen op grond van de volgende basisprincipes gestalte te krijgen:
Vragers van groene- en blauwe diensten zijn uiteenlopende partijen maar in de meeste gevallen de overheid (provincie, gemeente, waterschap). Aanbieders zijn individuele land- of tuinbouwers, agrarische natuurverenigingen of collectieven. Een goede samenwerking tussen overheden en agrariërs is essentieel voor het succesvol implementeren van blauwe diensten. Voor veel waterschappen is het niet haalbaar en kostenefficiënt om met veel agrariërs individuele afspraken te maken en toezicht te houden. Agrarische natuurverenigingen en hun collectieven kunnen helpen bij het grootschalig en gecoördineerd inzetten van blauwe diensten.
De ontwikkeling van natuur en landschap en de toegankelijkheid ervan krijgen in een toenemende belangstelling bij alle overheden in Nederland. Er wordt meer dan in het verleden een rol weggelegd voor particuliere grondgebruikers. Het gaat niet alleen om die door het Rijk aangewezen waardevolle natuur- en landschapsgebieden (Nationaal Natuur Netwerk (NNN). Het besef dat ook buiten deze gebieden de bijzondere waarde van het buitengebied moet worden gekoesterd en versterkt, leeft volop. Provincies, gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties geven hier op tal van plaatsen invulling aan door het opstellen van landschapsbeleids- of ontwikkelingsplannen met bijbehorende stimuleringsregelingen.
Het nieuwe Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) GLB is op 1 januari 2015 ingegaan. Het bijbehorende nieuwe stelsel voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer gaat in Nederland in per 1 januari 2016.
In dit stelsel zijn de provincies verantwoordelijk voor het maken van afspraken met agrarische collectieven over het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De provincies maken hun doelen en kwaliteitseisen duidelijk in hun Natuurbeheerplan. De collectieven doen op basis daarvan een ‘gebiedsaanvraag’ bij de provincie met een plan voor de aanpak van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer in hun werkgebied. De collectieven – meestal een fusie of een samenwerkingsverband van meerdere agrarische natuurverenigingen - maken afspraken over de concrete uitvoering met individuele agrarische ondernemers. Diverse provincies hebben in overleg met de waterschappen waterdoelen opgenomen in hun natuurbeheerplan, waarvoor de financiering van de waterschappen moet komen. Dit biedt de collectieven de mogelijkheid om ook blauwe diensten aan te bieden en deze af te stemmen met het overige agrarische natuur- en landschapsbeheer, en de waterschappen om Brusselse cofinanciering te krijgen voor de betaling voor blauwe diensten.
Inmiddels experimenteren diverse waterschappen met blauwe diensten. Hieronder worden enkele voorbeelden genoemd waar ervaringen met blauwe diensten zijn / worden opgedaan:
Inmiddels doen diverse waterschappen ervaring op met blauwe diensten. Er is aandacht nodig voor het beschikbaar maken en uitwisselen van ervaringen tussen waterschappen, en voor samenwerking tussen waterschappen en provincies. Die samenwerking wordt actueler nu blauwe diensten onderdeel kunnen zijn van het EU plattelandsontwikkelingsprogramma (POP III 2014-2020). Projecten waarin gewerkt wordt met blauwe diensten komen daarmee in aanmerking voor cofinanciering vanuit het Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid. Samenwerking tussen Provincies en waterschappen is ook belangrijk voor het benutten van mogelijkheden voor wederzijdse versterking tussen water en natuur.
Ervaringen hebben de bruikbaarheid van blauwe diensten in de praktijk aangetoond. Anderzijds ontbreekt nog veel kennis om dit concept gemakkelijk toe te passen. Extra kennis is nodig over de link tussen een ecosysteemdienst (bv. Bufferen van water tegen overstromingen) en de hydrologische en ecologische processen die hieraan ten grond liggen. Kortom, het concept van blauwe diensten is een veel belovende benadering, maar er is meer onderzoek nodig naar kwantificering van de ecosysteemdiensten en de onderliggende processen. Dan kan het concept verder vertaald worden naar inrichting en beheer van zowel landbouw als natuurgebieden (De Knegt et al., 2016), (Meire, 2006).
Deze Deltafact is opgesteld door Wageningen Environmental Research (augustus 2012) en laatst geactualiseerd in februari 2018.
Auteurs: Tim van Hattum, Judith Westerink (Wageningen Environmental Research)